Veiligheid op de werkvloer is behoorlijk belangrijk en een cruciaal onderdeel daarvan is het hebben van de juiste brandblusser op de juiste plek. De Nederlandse norm NEN 4001 geeft duidelijke richtlijnen over welke en hoeveel brandblussers er in een bedrijfsgebouw moeten zijn en waar ze moeten hangen. Laten we eens kijken hoe dat allemaal zit, hoe dit samenhangt met de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E), en hoe de hoogte van het brandrisico invloed heeft op het aantal blusmiddelen dat je nodig hebt.
De NEN 4001 is een Nederlandse norm die aangeeft hoe je een gebouw brandveilig maakt. Deze richtlijnen helpen bedrijven om een veilige plek te creëren voor iedereen. Een belangrijk onderdeel hiervan is het bepalen van de juiste en het aantal brandblussers en waar je ze het beste kunt plaatsen.
Volgens de NEN 4001 hangt het type brandblusser af van wat het brandrisico is. Het aantal brandblussers dat je nodig hebt hangt af van een paar dingen, zoals de grootte van je gebouw en hoe de ruimtes zijn ingedeeld. Hier zijn de belangrijkste punten:
Als vuistregel geldt dat je één brandblusser van 6 liter schuim of 6 kg poeder nodig hebt per 200 á 300 vierkante meter, dit is afhankelijk van de brandrisico’s. Dus voor een bedrijfspand van 1000 vierkante meter heb je minimaal vier brandblussers nodig.
Gebouwen met een hoger brandrisico, zoals keukens, werkplaatsen en opslagruimtes voor brandbare materialen, vereisen extra aandacht. In dergelijke gevallen moeten er meer brandblussers beschikbaar zijn, en mogelijk van een specifiek type. Voorbeelden zijn vetbrandblussers (klasse F) voor keukens of CO2-blussers voor elektrische apparatuur. Voor grote oppervlakten of bedrijf kritische ruimtes zijn er ook volledig geautomatiseerde blussystemen.
In een gebouw met meerdere verdiepingen moet elke verdieping genoeg brandblussers hebben. Ze moeten goed zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar zijn, bij voorkeur bij uitgangen en trappenhuizen.
Sommige plekken in je bedrijf hebben extra bescherming nodig. Denk aan serverruimtes of laboratoria. Deze zogenaamde projecteringszones kunnen specifieke soorten brandblussers vereisen, zoals CO2-blussers voor elektrische apparatuur. Dit wordt bepaald door de specifieke brandklasse die in deze zone voor potentieel gevaar zorgt.
De NEN 4001 heeft ook regels voor waar je brandblussers moet plaatsen:
Niet alleen het aantal en de plaatsing van brandblussers is belangrijk, maar ook het keuren en onderhoud. De CCV REOB certificering stelt dat brandblussers één keer per jaar moeten worden gekeurd door een (REOB) gecertificeerd bedrijf. Zo weet je zeker dat ze werken als je ze nodig hebt.
De Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) is verplicht voor alle werkgevers in Nederland en vormt de basis voor een goed arbobeleid. De beschrijving van de projectering in de NEN 4001 hangen nauw samen met de RI&E. Hier is hoe:
De hoogte van het brandrisico in je bedrijf speelt een grote rol in het bepalen van het aantal en type brandblussers die je nodig hebt. Hier zijn enkele overwegingen:
De juiste en het juiste aantal brandblussers hebben, is volgens de NEN 4001 een must voor brandveiligheid in je bedrijf. Door rekening te houden met de grootte van je gebouw, brandrisico’s, aantal verdiepingen en specifieke gebieden, kun je ervoor zorgen dat je voldoet aan de norm en een veilige werkomgeving creëert. Het integreren van deze eisen in de RI&E zorgt voor een gestructureerde aanpak van brandveiligheid.
Is jouw bedrijf brandveilig? Check vandaag nog of je voldoet aan de NEN 4001 en neem de nodige maatregelen om de veiligheid van je werknemers en bezoekers te garanderen. Uiteraard kan ANSUL je hierbij helpen. Wij ontzorgen je volledig van inventarisatie, plaatsing tot periodieke controle en onderhoud.
Platinastraat 15
8211 AR Lelystad
Postbus 209
8200 AE Lelystad
Nederland